Oude boerderijen beginnen schaars te worden. Velen hebben geen agrarische functie meer en zijn verbouwd tot woonhuis. Ze blijven gelukkig wel herkenbaar als agrarisch gebouw waarin woning en stal en soms ook de schuur gecombineerd worden onder één dak. Brabant is gekend om zijn langgevelboerderijen. Dat komt omdat dit type boerderij een redelijke moderne vorm is van de agrarische gebouwen die we kennen. Het is zo’n beetje het eindpunt in de ontwikkeling van de boerderij. In oostelijk Brabant komen meer soorten boerderijen voor en in de lezing wordt ingegaan op de ontwikkeling van de boerderij in oostelijk Brabant. Beginnend in de Middeleeuwen zullen we de ontwikkeling gaan volgen van hallenhuizen, hoekgevelboerderijen, kortgevels, krukhuizen tot dwarshuizen. En na de langgevelboerderij ontstaan er ook nog allerlei varianten. Met de ontginning van de heide en het peelgebied introduceerden de ontginners ook nog soorten boerderijen vanuit andere delen van Nederland. Daarnaast is er aandacht voor erven en bijgebouwen. Er wordt ingegaan op de constructie en de bouwvorm en op de rijke bouwgeschiedenis die sommige boerderijen blijken te hebben. Dat levert verrassende gezichtspunten op en daardoor gaan we anders kijken naar de gebouwde omgeving.
Jan Timmers is al veel jaren actief op het gebied van de lokale geschiedenis, archeologie en historische geografie en publiceert daar regelmatig over. De boerderij in oostelijk Brabant is zijn favoriete onderwerp. Op verzoek van de Stichting de Brabantse Boerderij schreef hij het historische deel van het boek “Historische boerderijen van Peelland tot Land van Cuijk; handreikingen voor het behoud van het ruraal erfgoed”. Hij is tevens redacteur van de Nieuwsbrief van Stichting De Brabantse Boerderij.
Niet-leden zijn ook van harte welkom op deze lezing en betalen daarvoor 5 euro (koffie/thee incluis). Voor nadere inlichtingen Frans Teunis tel.0497-515188