Geschiedenis van Eindhoven: de stad van Kempenland

Titel Geschiedenis van Eindhoven: de stad van Kempenland
Omslag Cover of Geschiedenis van Eindhoven: de stad van Kempenland book
Content

Geschiedenis van Eindhoven: de stad van Kempenland naar voor het meestendeel onuitgegeven handschriften bewerkt door L.G.A. Houben;  Herdruk uit 1978. Er is ook een oudere versie van dit boek aanwezig uit 1890.

 

Voorwoord bij eerste deel:

De geschiedenis van Eindhoven, de stad van Kempenland, lag, zoals tot voor eenige jaren, die van geheel  de Kempen, in verstrooide fragmenten, onder de papierhoopen der archieven bedolven.
Werd in de Antwerpsche Kempen de ijskorst van onverschilligheid voor het verleden gebroken door den ijver van den onvermoeiden kannunik-archivaris van Postels aloude abdij, Th.I. Welvaarts, de verwaarloosde geschiedenis van deze zijde van “Campina” vond opbeuring door het ontijdig omgekomen maandschrift van den heer Aug. Sassen, archivaris van Helmond.
Als de stad van de oude meierij van het Kempenland, omvat Eindhoven in zijne geschiedenis het wetenswaardige van geheel van gewest. Wordt dit groot doek ontrold, Eindhoven zal er de hoofdgroep vormen omdat de stad in alle gebeurtenissen, van meer dan gewonen aard, een bijzonder aandeel had. Van geen stad wellicht is het verleden minder bekend.
Van geen stad wellicht is het verleden minder bekend. Te vergeefs zoekt men bij de beste schrijvers naar bijzonderheden. En toch, grooter rijkdom van feiten dan hier liggen opgestapeld, feiten voor vele vakken der wetenschap, voor de geschiedenis vooral, zoowel van België als van Holland, van het hoogste belang, zou men van meer bevolkte steden niet verwachten.
Het voornaamste van een vijftal eeuwen werd in dit boek met zorg verzameld. De eerste bron, uit welke ruim geput werd, was het rijk oud-archief van Eindhoven, hetwelk de archieven vaan de omgelegen dorpen Woensel, Gestel, Strijp met Eckart en Stratum; de stukken van het voormalig kwartier van Kempenland en die der sous-prefecture Eindhoven. De Algemeene Rijksarchieven te Brussel en te ’s Gravenhage, het Provinciaal Archief van N.B. te ’s Bosch, waar de Analecta van Pr. Cuypers van Veldhoven worden bewaard, de handschriften van het Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in N.B. leverden mede vele bouwstoffen op, dank de welwillendheid en hulpvaardigheid, vooral aan de Rijksarchieven mij betoond, waarvoor ik openlijke erkenning plicht reken, te meer, na de onware insinuaties, waardoor de Rijksarchieven, (dat deze provincie vooral) bij het publiek in een zeer hatelijk daglicht zijn gebracht.
Waar andere bronnen zwegen, heb ik de meest vertrouwbare schrijvers gevolgd, bij voorkeur uit de werken der verschillende historische genootschappen.
Heb ik mij niet streng genoeg aan de zaken van EIndhoven gehouden? Quidquid videt, referet. Het is niet mogelijk eene fotographie van een voorwerp te nemen, zonder dat de dingen der naaste omgeving mede opgenomen worden.
Moge de GESCHIEDENIS VAN EINDHOVEN ruimschoots bijdragen tot de kennis en eene betere waardering van dit gewest en tot groei en bloei van de oude Kempenstad.
De fouten welke het werk aankleven, zullen, naar ik hoop, niet te zwaar door den lezer opgenomen worden, waar zijn goede wil ze bij de lezing reeds zal verbeterd hebben.

Eindhoven 21 Juli 1889.          DE SCHRIJVER

Voorwoord bij tweede deel:

Het heeft zijne eigenaardige moeilijkheden, maar niet minder aangrijpende verrassingen, zonder leidraad, den weg des verledens in te slaan, langs ongebaande wegen de fragmenten van de opvolgende gebeurtenissen, door den tijdstroom verstrooid naar de vier hemelstreken, zorgvuldig te verzamelen en uit deze overblijfselen een waardig gebouw op te richten.
In hoever ik hierin heb mogen slagen, kunnen zij beoordeelen, die zich in gelijke werkzaamheden hebben bewogen. Voor het overige, zal deze Geschiedenis van de Stad van Kempenland in waarde winnen naar gelang die van andere plaatsen van dit gewest meer zal worden ontwikkeld.
Het is waar, de weetgierigheid van sommige lezers is op sommige plaatsen van het Eerste Deel onvoldaan gebleven. Uitgebreide aanteekeningen over eenige zaken en verhoudingen waren zeer nuttige geweest om den lezer een volkomen duidelijk beeld van die toestanden te geven. Maar worden van den eenen kant vele oude moeilijkheden in den loop van dit tweede deel opgelost: zoo moet ik tot mijn spijt wijzen op de beperkte ruimte over welke ik slechts kon beschikken, wilde ik de nadeelen der uitgaaf niet al te hoog opdrijven. Hierdoor moest de breede en rijke franje van aanteekeningen vervallen, ofschoon om bijzondere redenen toch hier en daar het kantwerk, hetgeen anderen wellicht liever onder het gordijn geplaatst zagen, als entre-deux daartusschen is gevoegd.

Meer inhoud is niet weergegeven wegens té veel hoofdstukken.

 

 

Auteur L.G.A. Houben
Uitgever Schiepers, Schiedam
Jaar 1978
Aantal pagina's 404 (1e deel), 408 (2e deel)
Rubriek Economische en sociale geschiedenis, Kerkgeschiedenis, en Volkskunde
Periode 16de Eeuw (Renaissance) - 1500 tot 1600 en Late Middeleeuwen - 1000 tot 1500
Regio De Kempen (NL) en Zuid-Oost Brabant
Plaatsnaam Eindhoven
Collectie Arjen Kakebeeke en Theo v.d. Ven
Locatie 02-3-29