| Content |
Inleiding:
De Mariacongregatie is ontstaan te Rome in het jaar 1563. Een jeugdig Jesuiet, Joannes Leonius uit Luik afkomstig, professor aan het “Collegium Romanum” begon zijn leerlingen buiten de studietijd in een der zalen van het College bijeen te roepen, om hun een onderrichting te geven en de lof van God en zijn H. Moeder te zingen.Zij stelden zich onder de bijzondere bescherming der H. Maagd Maria.
Deze bijeenkomsten vonden veel bijval en werden spoedig ook door andere colleges van de Sociëteit van Jezus overgenomen. De leden begonnen zich op werken van naastenliefde, vooral voor het geven van catechismus en het bezoeken van hospitalen en gevangenissen toe te leggen.
Weldra wensten ook volwassenen aan de Congregatie deel te nemen en men oordeelde het nuttig de leden te splitsen naar leeftijd en stand.
In het jaar 1584 de 5de, december werd de congregatie door de Bulle, “Omnipotentis Dei” van Z.H. de Paus Gregorius XIII op canonieke wijze opgericht en met talrijke aflaten en voorrechten verrijkt. Sindsdien hebben de Pausen niet opgehouden haar aan te moedigen en te begunstigen.
Bezield door het verlangen en gevolggevend aan de wens geuit op de Directeurendag van 27 juli 1914 te ‘s-Hertogenbosch dat er ook eenheid zou komen in de oefeningen der Nederlandse Mariacongregaties, in aansluiting met de nieuwe regels, hebben wij getracht oefeningen bijeen te brengen, die de grondslag tot eenheid zouden kunnen vormen.
Inhoud:
Inleiding
- Aanroeping tot de H. Geest
- Advent.
- Kersttijd
- Vastentijd.
- Paastijd.
- Hemelvaart O.H.J.C.
- Pinkstertijd
- H. Sacramentsdag.
- Feesten van onze Heer en van verschillende Heiligen door het jaar.
|
