Van huurhouderij tot internationaal vervoer

Woord vooraf:

Mijn grootmoeder was 97 jaar wanneer zij ons in 1964 verliet. De handel en zijn wandel is in de loop van haar lange leven sterk geëvolueerd. De ruilhandel bestond weliswaar nog uitsluitend in onderlinge dienstverlening, maar de rekeneenheden voor de kleine boer en handelaar  waren nog slechts stuivers, centen en franken.
Het afzetgebied van de boer, en de nijveraar en de ambachtsman reikte al snel verder dan de grenzen van de eigen leefgemeenschap. Het vervoer schiep dan wel enig probleem. Trokken boer en boerin te voet langs de oude baan op Turnhout naar de eier- en botermarkt, het groter vervoer gebeurde hoofdzakelijk met het “schoenmakerskonvooi”. Het “leer” werd aangetrokken en de mispelaar met de leren nestel voor de dag gehaald. Het vervoer was immers niet zonder gevaren. De rovers en dieven waren steeds uit op wat buit. Wanneer de eerste zonnestralen zich lieten zien, had men zijn snee rogge reeds binnengehaald en was men klaar voor de lange tocht, langs de Oude Baan naar Turnhout of langs der Postelse dijk naar Limburg. Op hoop van zegen.

Inhoud:

• Het landelijk vervoer in de 19e. eeuw
• Van huurhouderij tot internationaal vervoer
• Moderne tijden
• Genealogie van de Raus