Eindhovenseweg 30, 5524 AR  Steensel

Bescherming Gemeentelijk monument
Monumentnummer 4.26.1.009
Monument naam St. Luciakerk
Categorie Kerkelijke gebouwen
Oorspronkelijke functie R.K. kerk
Huidige functie Gemeenschapshuis
Inschrijving register 10 september 2002
Oorspronkelijk bouwjaar 1933-1934

Beschrijving

Dorpskerk van de Sint-Luciaparochie, in 1933-1934 gebouwd naar ontwerp van architect F. Vervest in traditionalistische bouwstijl met invloeden van de interbellum-architectuur. Kenmerkend zijn onder andere de bakstenen gevels in kettingverband met verdiepte voegen, steunberen, spitsboogvensters, steile leien daken en meerkleurige metselwerk in het interieur. De eerste steenlegging door bouwpastoor Th. Matthijsen vond plaats op 23 juni 1933. De nieuwe kerk werd op 30 juli 1934 geconsacreerd door bisschop A.F. Diepen. In 1936 werd de oude kerk gesloopt met uitzondering van de toren.

De kerk bevindt zich in de kern van Steensel en is gesitueerd aan de noordzijde van de Eindhovenseweg op de hoek met de Kerkdreef. De vrijstaande kerk is met een gang verbonden met de enkele jaren oudere pastorie. Het ruime voorplein is ingericht als parkeerplaats. Hier stond tot in de jaren zestig een neogotisch patronaatsgebouw uit 1911. Direct ten noord­westen hiervan bevindt zich het kerkhof en de oude bewaard gebleven kerktoren.

Eénbeukige rechthoekige zaalkerk met een smaller en hoger rechtgesloten koor. Het koor wordt aan weerszijden geflankeerd door een zijkapel. Op de rechter zijkapel sluit de sacristie aan, en op de linker een berging. De bakstenen gevels met trasraam zijn in (Noors) ketting­verband gemetseld met verdiept liggende voegen en worden afgesloten door een uitgemet­sel­de sierlijst. De uitgespaarde muuropeningen hebben bakstenen afzaten, worden spitsboog­vormig afgesloten en zijn voorzien van glas-in-loodramen. De rollagen hebben gemetselde imitatie sluitstenen. De topgevels zijn voorzien van natuurstenen hoekblokken. De zadeldaken van het schip, het hogere koor, de sacristie en de berging zijn gedekt met geschubde leien in maasdekking. Het schip en het koor hebben de nokrichtingen loodrecht op de straat. De zadeldaken van de flankerende sacristie en berging zijn haaks hierop geprojecteerd. Het zadeldak van het koor heeft een gemetselde tuit aan de voorzijde en op de nok een vierzijdige dakruiter met spits van koper. Alle daken wateren af via zinken mastgoten.

De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft in het midden een ingangspartij met aan weers­zijden twee spitsboogvensters. De ingangspartij bestaat uit een opgeklampte dubbele deur met smeedijzeren beslag, een kunststenen latei en een spitsboog-bovenlicht met cirkelvormige moutant. Boven de ingang is een houten luifel aangebracht met leien zadeldak. Ter hoogte van de zangerstribune bevindt zich een groot rond venster. De topgevel wordt afgesloten door baksteenvlechting en bekroond door een stenen kruis.

De linker en rechter zijgevel wordt geleed door afgeschuinde steunberen. In de eerste travee bevindt zich een spitsboogvormig afgesloten ingang waarin een dito deur met smeedijzeren beslag. De dorpel en neuten zijn uitgevoerd in hardsteen. Boven deze ingang is een klein rond venster aangebracht. De gedeeltelijk boven de gootlijn opgemetselde tweede, derde en vierde travee bezitten elk een hoog spitsboogvenster en een aankapping. De derde travee is tussen de steunberen tot aan de afzaat uitgebouwd met een niet oorspronkelijke kapelruimte. De vijfde travee (de zijkapel) bezit een klein spitsboogvenster. De zijgevel van het koor wordt gedeeltelijk aan het zicht onttrokken door een uitgebouwde berging (links) en een sacristie (rechts) waarin enkele en gekoppelde spitsboogvensters. De lichtbeuk van het koor bestaat uit twee grotere spitsboogvensters.

De achtergevel van het koor is gedeeltelijk uitgebouwd en voorzien van een leien zadeldak met luifel. Onder deze luifel bevindt zich een stenen beeld van een bisschop Willibrordus met een kerkmodel en boek in zijn linker hand (ca. 1911 geschonken). Boven de luifel is een groot rond venster aangebracht. De topgevel wordt afgesloten door baksteenvlechting.

Het interieur van de parochiekerk op nagenoeg rechthoekig grondplan, heeft in de eerste travee een vestibule met flankerende zijkapellen (gewijd aan Maria en Lucia) en een brede zangerstribune. Het gepolychromeerde houten Luciabeeld dateert vermoedelijk van ca. 1500. Het brede éénbeukige schip heeft een omvang van drie traveeën. Het bankenplan bestaat uit twee rijen van 16 kerkbanken. De houten kruiswegstaties naar ontwerp van F. de Vriendt zijn uitgevoerd in de vorm van aedicula’s. De gele bakstenen gevels zijn in (Noors) kettingverband gemetseld en voorzien van een rode plint met sierlijst in gele baksteen. Ook de spitsbogen zijn uitgevoerd in rode baksteen. De nokstijlspanten met overgekeepte balken worden ondersteund door korbeelstellen (muurstijl, schoor en balk met smeedijzeren lichtarmaturen). Het recht­gesloten koor opent op het schip met een spitsboogvormige triomfboog. De spitsboognis achterin het koor rust op twee paar granieten zuilen met dobbelsteenkapitelen. Het koor wordt geflankeerd door zijkapellen en een uitgebouwde berging en sacristie.[1]


Historie

Eindhovenseweg 30, Steensel, 2023Nadat pastoor Boset in 1928 een nieuwe pastorie heeft laten bouwen, wordt ook nagedacht over een nieuwe kerk. Pastoor Boset had de grond voor de nieuwe kerk al ge­reserveerd, maar in 1929 overlijdt hij. Pastoor Matthijsen neemt in 1931 het stokje over. Architect Frans Vervest, dezelfde als van de pastorie, maakt een schets van een uitbreidingsplan voor een nieuwe kerk. Volgens die schets zou de kerk los van de toren worden gebouwd, op de grond die pastoor Boset hiervoor had gereserveerd. Er volgde vele discussies over de plaats van de nieuwe kerk. De bisschop en zelfs de commissaris van de koningin werden erbij betrokken. Als men er dan eindelijk uit denkt te zijn, zet de commissie van het streekplan Eindhoven en omgeving een streep door het plan. Opnieuw worden de plannen bijgesteld, zodat ook de hoofdpersonen van de commissie tevreden zijn. Op 22 december 1932 gaan de bouw­tekeningen naar de gemeente Eersel voor de bouwvergunning. Dan blijkt dat burgemeester Panken en de Steenselse wethouder Frans van Nunen bezwaren hebben. Ze willen de kerk met het front naar de Provinciale weg hebben en ze zouden hem liever aan de andere zijde van de pastorie zien komen. Ze geven zelfs aan dat dit de wens van de Steenselse bevolking zou zijn. Dat wordt pastoor Matthijsen teveel van het goede. Uiteindelijk trekt het parochiebestuur het oude plan in, biedt een nieuw plan met de aansluiting van de kerk aan de pastorie aan en uiteindelijk krijgt men op 9 maart 1933 de vergunning van de gemeente Eersel en op 19 maart de goedkeuring van het bisdom. Op 11 april 1933 wordt de bouw aanbesteed. De laagste inschrijver is de firma Van Gerwen en Veraa uit Eersel met ƒ30.985,-. Op 23 juni 1933 wordt de eerste steen gelegd door pastoor Matthijsen. Zeven maanden later, op zondag 25 februari 1934 zal pastoor Matthijsen de nieuwe kerk inwijden. Op 17 oktober 1935 vraagt het kerkbestuur verlof aan de bisschop om de oude kerk te mogen afbreken. Na toestemming wordt in januari 1936 hiermee begonnen.[2]

Op zondag 9 oktober 2022 werd de laatste mis opgedragen in de St. Luciakerk door pastoor Camiel van Lamoen. Na de viering sloot de pastoor de kerk en overhandigde hij de sleutel aan de Eerselse burgemeester Wim Wouters. De gemeente heeft het gebouw gekocht om het in te laten richten als gemeenschapshuis, ter vervanging van gemeenschapshuis De Höllekes.[3]


Waardering

Het object heeft architectuurhistorische waarde

  • als goed en gaaf voorbeeld in in- en exterieur van een rooms-katholieke parochiekerk uit 1933-1934 die qua opzet en architectuur invloeden vertoont van de interbellum-architectuur en het traditionalisme;
  • vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp, zoals de gave verhoudingen en het goede materiaal- en kleurgebruik (bijvoorbeeld meerkleurig metselwerk in kettingverband met verdiepte voegen);
  • als goed en voorbeeld van het werk van de Eindhovense architect F. Vervest;
  • vanwege het redelijk gaaf bewaard gebleven interieur (de verplaatsing van het kerkorgel naar het koor doet afbreuk aan het oorspronkelijke concept).

Het object heeft stedenbouwkundige waarde

  • als essentieel onderdeel van het r.k. parochiecomplex in de historisch gegroeide dorpskern Steensel, alwaar het kerkgebouw door zijn verschijningsvorm en omvang een beeldbepalende rol speelt;
  • vanwege de ensemblewaarde die het kerkgebouw heeft met de pastorie, de oude kerktoren en het kerkhof aan de achterzijde.

Het object heeft cultuurhistorische waarde

  • als bijzondere uitdrukking van het religieuze bewustzijn van de katholieke gemeenschap ter plaatse.[4]

Afbeeldingen

Eindhovenseweg 30, Steensel, 196x

De St. Luciakerk in jaren zeventig van de twintigste eeuw. Foto collectie kerkmappen Bisdom ’s-Hertogenbosch, collectie BHIC, nr. 1938-417-00014.

Eindhovenseweg 30, Steensel, 195x

Interieur van de St. Luciakerk. Foto collectie kerkmappen Bisdom ’s-Hertogenbosch, collectie BHIC, nr. 1938-417-00015.

Eindhovenseweg 30-32, Steensel, 1981

Kerk en pastorie in 1981. Foto Wies van Leeuwen, collectie BHIC, nr. PNB001016159.

Eindhovenseweg 30, Steensel, 2023

Foto Winfried Thijssen (2023-05).


Voetnoten

[1]    Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving februari 1997.

[2]    Ven, Jan van de; “Steensel jaren ’30, het bouwen van een nieuwe kerk”, De Rosdoek 179, september 2021, p.3-16.

[3]    Leijer, Roy de; “Kerk dicht, kloppend hart (straks) open”, Eindhovens Dagblad, 10-10-2022.

[4]    Waardering uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving februari 1997.