Onder de voet gelopen: Het ontstaan en verdwijnen van een kleinnijverheid in Nederland na 1800, de Brabantse klompenmakerij

Titel Onder de voet gelopen: Het ontstaan en verdwijnen van een kleinnijverheid in Nederland na 1800, de Brabantse klompenmakerij
Omslag Cover of Onder de voet gelopen: Het ontstaan en verdwijnen van een kleinnijverheid in Nederland na 1800, de Brabantse klompenmakerij book
Content

Uit het Voorwoord:

Het ontstaan en verdwijnen van een tak van nijverheid is de resultante van de marktfunktie en derhalve van de maatschappelijke betekenis van het vervaardigde produkt. Deze stelling is in de voorliggende studie getoetst aan de ontwikkeling van de klompenmakerij na 1800. Een inleidend hoofdstuk laat zien dat klompen oude papieren bezitten en sinds eeuwen bekend zijn geweest. Het dragen van enig schoeisel was vroeger echter niet zo algemeen en bleef bij velen beperkt tot winterdracht en werkomstandigheden. Toen in samenhang met de technische en ekonomische ontwikkelingen van de negentiende eeuw de koopkracht toenam en de volksbehoeften zich verruimden, waren het de klompen, die in de elementaire behoefte om zich regelmatig te schoeien, konden voorzien. Ze waren doelmatig en in verhouding tot het beschikbare gezinsinkomen betaalbaar. Vanaf omstreeks 1900 kwamen in toenemende mate leren schoenen als industrieel massaprodukt tegen lagere prijzen dan voordien beschikbaar. Verhoging van volksinkomen, verfijning van behoeften, nabootsingsdrang, toenemende mobiliteit, verbetering van leef- en werkomstandigheden werden faktoren, die in toenemende mate de maatschappelijke betekenis van klompen als volksschoeisel hebben aangetast.

Inhoudsopgave:

Voorwoord

Archivalia

Bronnenpublikaties en literatuur

Tabellen

Afbeeldingen

Gebruikte afkortingen

Hoofdstuk I: Houten schoeisel in vroeger tijd _ 1. Van houten zool tot holleklomp _ 2. Het klompenmaken als stedelijk ambacht _ 3. Het vervaardigen van klompen op het platteland _ 4. Het dragen van klompen

Hoofdstuk II: De klompenmakerij in het Nederland van de negentiende eeuw; een vorm van kleinnijverheid en huisindustrie _ 1. Schets van de betekenis der kleinnijverheid en huisindustrie _ 2. De ontwikkeling in de klompenmakerij – A. Een bepaling van de omvang van de bedrijfstak – B. De betekenis van de klompenmakerij _ 3. De ontwikkeling in de schoenmakerij in relatie tot de klompenfabricage

Hoofdstuk III: De klompenmakerij in Noord-Brabant voor 1900 _ 1. Algemeen voorkomen _ 2. Ruimtelijke koncentratie _ 3. De werktechniek en de arbeidsverhoudingen _ 4. De bedrijfsorganisatie

Hoofdstuk IV: De ontwikkeling van de Noord-Brabantse klompennijverheid van 1900 tot de Eerste Wereldoorlog _ 1. Georganiseerd optreden van patroons en knechts _ 2. Arbeidsverhoudingen _ 3. Werktechniek _ 4. Bedrijfsorganisatie _ 5. Vermogenspositie _ 6. Marktpositie

Hoofdstuk V: Het verdwijnen van het handwerk _ 1. Vergulde jaren, 1914-1918 _ 2. Moeilijkheden na de Eerste Wereldoorlog _ 3. Afnemend klompenverbruik als gevolg van sociaal-kulturele faktoren _ 4. Overgang op machinale produktie _ 5. Het handwerk onder de toenemende mededinging van het machinaal bedrijf _ 6. Het verloop van de klompenindustrie en de omvang der bedrijven

Besluit

Sommaire

Register van persoons- en geografische namen

Reeksnaam Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland (Deel XVI)
Auteur Dr. F. J. M. van Puijenbroek
Uitgever Stichting Zuidelijk Historisch Contact
Jaar 1969
Aantal pagina's 259
Rubriek Cultuurgeschiedenis, Economische en sociale geschiedenis, Nijverheid en industrie, Sociale groepen en groeperingen, en Volkskunde
Periode 19de Eeuw (Industrialisatie) - 1800 tot 1900 en 20ste Eeuw 1ste helft -1900 tot 1950
Regio Brabant Algemeen, Midden en West Brabant, Noord-Oost Brabant, en Zuid-Oost Brabant
Collectie Theo v.d. Ven
Locatie 01-2-16