Het eerste vaderland van ieder mens is de streek, waar hij geboren werd en opgroeide, de eerste – en diepste – indrukken van zijn kinderjaren en jeugd blijven hem bij in zijn verdere levensloop en bepalen grotendeels zijn aard, karakter en handelen. Wanneer wij een streek beschouwen als de Kempen in haar natuurlijke staat van heide, bossen, vennen en beken, waar oorspronkelijk de bewoning om de magere grond schaars moest blijven, hoeven wij niet verwonderd te zijn bij de vaststelling, dat de mensen, die er geboren werden, bepaalde karaktertrekken vertonen moeten van taaie, onverdroten werkzaamheid en volharding.