Bescherming | Gemeentelijk monument |
---|---|
Monumentnummer | 4.31.1.024 |
Categorie | Gebouwen, woonhuizen |
Oorspronkelijke functie | Woonhuis |
Huidige functie | Woonhuis |
Inschrijving register | 10 september 2002 |
Oorspronkelijk bouwjaar | ca. 1922 |
Historie en ligging:
Eenvoudige dorpswoning, in ca. 1922 gebouwd naar ontwerp van architect Vervest voor aannemer De Krom. Het pand vertoont grote gelijkenis met de woningen Dijk 26 en Gebr. Hoeksstraat 45. De woning bestaat uit een driebeukig voorhuis en een langgerekt breed achterhuis van een beuk. De vrijstaande garage aan de rechter achterzijde van het voorhuis komt niet voor bescherming in aanmerking.
Het vrijstaande en enigszins teruggerooide pand bevindt zich op een diep perceel in de kern van Eersel, en is gesitueerd aan de noordzijde van de straat Dijk. Het erf wordt aan de voorzijde omheind door hagen.
Plattegrond en opbouw:
Woning bestaande uit een driebeukig woonhuis van één bouwlaag en zolderverdieping en een achterhuis van één (lagere) bouwlaag en een zolder. De in kruisverband gemetselde gevels worden horizontaal geleed door rollagen (ter afsluiting van het trasraam en ter hoogte van de bovendorpels van de vensters) en een afsluitende uitgemetselde band met bloktandlijst. Alleen de achtergevel van het voorhuis is in halfsteensverband gemetseld. De uitgespaarde muuropeningen worden merendeels afgesloten door blinde segmentbogen met metselmozaïek in de boogvelden. De bakstenen lekdorpels zijn in de voor- en zijgevels groen geglazuurd. Enkele van de oorspronkelijke T-schuiframen hebben thans een gewijzigde indeling. De bovenlichten zijn gevuld met groen kathedraalglas. De kozijnen in de voorgevel zijn voorzien van een kwartrond-hoekprofiel.
Het wolfdak van het voorhuis heeft de nok evenwijdig aan de voorgevel en is voorzien van een aankapping ter plaatse van de topgevelrisaliet aan de linker voorzijde. De overstekken op bewerkte klossen zijn voorzien van windveren. In het linker wolfeinde is een bakstenen schoorsteen geplaatst. Het zadeldak van het achterhuis heeft de nok loodrecht op de voorgevel van het voorhuis. Midden op de nok bevindt zich een schoorsteen met afdekplaat. Beide daken zijn gedekt met gesmoorde tuiles du Nord en wateren af via bakgoten.
Voorgevel:
De asymmetrisch ingedeelde voorgevel is drie traveeën breed. De linker travee is uitgevoerd als topgevelrisaliet en heeft in de eerste bouwlaag een brede vensteropening waarin van oorsprong een driedelig kozijn (in het bovenlicht nog zichtbaar) en een smal enkelruits raam in de zijde. In de zolderverdieping bevindt zich een rechthoekig venster met een enkelruits onderraam en een drieruits bovenlicht onder een blinde rondboog. De topgevel is voorzien van siermetselwerk (strekse muizetandlijsten). De ingang rechts van de risaliet bestaat uit een hardstenen dorpel, vernieuwde deur, geprofileerd kalf en drieruits bovenlicht. In de rechter travee bevindt zich een breed rechthoekig venster waarin van oorsprong een tweedelig kozijn (in het bovenlicht nog zichtbaar). Voorlangs de voorgevel is een stoep van gebakken tegels aangelegd.
Linker zijgevel:
Deze gevel heeft in de eerste bouwlaag een halfvenster met tweedelig bovenlicht en in de zolderverdieping twee rechthoekige vensters. In de op deze gevel aansluitende topgevel van het achterhuis bevindt zich een T-raam met driedelig bovenlicht en een enkelruits raam op de verdieping. De lange linker zijde van het achterhuis bezit verder drie kleine klapraampjes (waarvan waarschijnlijk één oorspronkelijk), één vernieuwd tweeruits stalraam onder dubbele getoogde kopse rollaag en een dichtgemetseld varkensdeurtje.
Rechter zijgevel:
De eerste bouwlaag van deze gevel bezit rechts een rechthoekige vensteropening waarin een T-raam en drieruits bovenlicht (gewijzigd in een klapraam). Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevinden zich drie rechte ankers. De zolderverdieping telt twee rechthoekige vensters waarin enkelruits onderramen en drieruits bovenlichten.
Achtergevel:
De achtergevel van het hoofdgebouw bezit in de linker en in de vooruitspringende rechter beuk een rechthoekige vensteropening waarin een T-schuifraam met driedelig bovenlicht. In het midden (ter plaatse van het trappenhuis) bevinden zich drie kleine enkelruits ramen die op twee niveaus zijn geplaatst. Hier bevindt zich tevens een gecementeerde waterput.
De op deze gevel aansluitende lange zijde van het achterhuis heeft een gewijzigde indeling met een groot enkelruits keukenraam, een nieuwe achterdeur en twee vernieuwde tweeruits stalramen onder dubbele getoogde kopse rollagen. De topgevel aan de achterzijde van het achterhuis bezit een zolderluik van kraaldelen.
Interieur:
De ruimtelijke indeling van dit woonhuis bestaat uit kamers-en-suite in de linker beuk, een gang met trappenhuis en kelderkast in de middelste beuk, een groot vertrek in de rechter beuk (oorspronkelijk een voorkamer en een slaapkamer), een keuken en een berging (voormalige stal) in het achterhuis.
Het interieur bezit een aantal oorspronkelijke elementen, zoals een bordestrap met bewerkte houten spijlen en trappaal; een wit geaderde rood marmeren schouw in de woonkamer; in de keuken een geblokte tegelvloer (groen en geel gemêleerd) en een geel betegelde schouw.

Het object heeft architectuurhistorische waarde
– als goed en vrij gaaf voorbeeld in exterieur van een eenvoudige dorpswoning uit ca. 1922, uitgevoerd naar een ontwerp van architect Vervest dat wordt gekenmerkt door een traditionele vormgeving en rijke metselwerk-accenten;
– vanwege het gedeeltelijk in oorspronkelijke staat bewaard gebleven interieur met karakteristieke elementen.
Het object heeft stedebouwkundige waarde
als onderdeel van de historisch gegroeide dorpskern, waarin het vanwege zijn ligging een fase markeert in de uitbreiding van de bebouwde kom van Eersel.