Dijk 26, 26a, 26b, 5521 AX Eersel

Bescherming Gemeentelijk monument
Monumentnummer 4.31.5.006
Categorie Gebouwen, woonhuizen
Oorspronkelijke functie Woonhuis, timmermanswerkplaats
Huidige functie Twee wooneenheden en gemeenschappelijke ruimte
Inschrijving register 10 september 2002
Oorspronkelijk bouwjaar 1926

Beschrijving

Het pand bestaat uit een driebeukig woonhuis van één bouwlaag en zolderverdieping op recht­hoekig grondplan (met aan de achterzijde een niet beschermd achterhuis) en een flankerende timmermanswerkplaats van één bouwlaag en zolder aan de linker zijde.

De voorgevel is in kruisverband gemetseld. De overige gevels zijn in halfsteensverband opge­trokken. Het trasraam wordt afgesloten door een rollaag. Onder de dakrand is een bloktandlijst aangebracht. Het merendeel van de uitgespaarde muuropeningen worden afgesloten door blinde segmentbogen. De boogvelden zijn gevuld met metselmozaïek. De vensters hebben aan de onderzijde bakstenen lekdorpels (aan de voorzijde bruin geglazuurd). De ramen bestonden oorspronkelijk uit schuivende onderramen en drieruits bovenlichten met groen glas (thans transparant glas-in-lood).

Het woonhuis heeft een wolfdak met de nok evenwijdig aan de straat. In beide wolfeinden is een schoorsteen met dekplaat geplaatst. In het dakschild aan de straatzijde bevindt zich boven de ingang een houten dakkapel (stolpraam, beschoten topgevel, pannen zadeldak). Het zadel­dak van de werkplaats heeft de nok loodrecht op de straat. Beide daken zijn belegd met gesmoorde tuiles du Nord en wateren af via houten bakgoten. Tussen de werkplaats en het woonhuis bevindt zich een éénlaags tussenlid van één travee met plat dak.

De symmetrisch ingedeelde voorgevel van het woonhuis heeft in het midden een ondiep ingangs­portiek waarin een houten deur met kijkraampje uit de jaren dertig, een kunststenen lekdorpel en een bovenlicht. Aan weerszijden van de ingang bevindt zich een rechthoekige vensteropening waarin een enkelruits schuifraam en bovenlicht met luiken van kraaldelen en smeedijzeren beslag. Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevinden zich vier smeedijzeren sierankers. Voor de voorgevel is een stoepje van gebakken tegels aangelegd (wit en grijs gemêleerd).

De asymmetrisch ingedeelde voorgevel van de werkplaats bezit ter plaatse van het tussenlid een brede muuropening waarin oorspronkelijk een dubbele deur en thans een driedelig kozijn met luiken (dit gedeelte is bij de woonkamer getrokken). Het topgevel-gedeelte heeft in de eerste bouwlaag een dubbele deur waarin twee zesruits ramen, en twee rechthoekige twaalf­ruits ramen. Ter hoogte van de verdiepingsvloer bevinden zich vier smeedijzeren sierankers. In de zolderverdieping wordt een hoog laadluik aan beide zijden geflankeerd door een recht­hoekig venster met zesruits draairaam. De topgevel wordt bekroond door een kleine tuit.

De linker zijgevel van het woonhuis bezit in de zolderverdieping (boven het platte dak van het tussenlid) twee rechthoekige vensters met enkelruits beneden- en bovenramen. De linker zijgevel van de werkplaats heeft van links naar rechts een ingang met vernieuwde invulling en drie getoogde negenruits ramen. De muuropeningen worden afgesloten door getoogde dubbele kopse rollagen.

De rechter zijgevel heeft in de eerste bouwlaag een halfvenster met luik en een rechthoekig venster met luiken (thans klapraam bovenin). De zolderverdieping bezit twee rechthoekige vensters waarin stolpramen, enkelruits bovenlichten en elk een luik.

De achtergevel van het woonhuis bezit naast het achterhuis een dubbele tuindeur met boven­licht en op de verdieping een tweedelig kozijn met enkelruits ramen; beide afgesloten door een rollaag. Ter plaatse van het tussenlid (voormalig onderdeel van de werkplaats) zijn twee kleine en een groot venster ingehakt. De achtergevel van de werkplaats bezit geheel rechts een dubbele deur onder bovenlicht. In het midden is een geringe uitbouw met plat dak gerealiseerd waarin een houten deur van kraaldelen in visgraat-motief. Boven deze uitbouw bevindt zich een breed en hoog tweedelig laadluik. De topgevel wordt bekroond door een kleine tuit.

De ruimtelijke indeling van het woonhuis bestaat uit een grote woonkamer in de linker beuk (doorgebroken naar de voormalige werkplaats, oorspronkelijk kamers-en-suite); een gang met trappenhuis in de smalle middelste beuk; een kantoortje en een slaapkamer (oorspronkelijk met kastenwand en kelder eronder) in de rechter beuk; een keuken met bijkeuken (ooit in gebruik geweest als schoenmakerij) en berging met stalruimte in het achterhuis.

Het interieur bezit een aantal oorspronkelijke elementen, zoals een bordestrap met bewerkte houten trappaal en diverse paneeldeuren. Circa tien jaar na de oplevering is het interieur gemoderniseerd: tuindeuren in de achterkamer, diverse afgetimmerde paneeldeuren, deur­kozijnen met afgeronde hoeken, vernieuwde voordeur, een keukenvloer van terrazzo. De vloer van hardgebakken tegels met sterpatronen uit de gang is verplaatst naar het achterhuis. Omstreeks 1970 is er een verdieping op het achterhuis gezet. Het achterhuis komt evenals de overige bijgebouwen niet voor bescherming in aanmerking.[1]


Historie

In 1832, bij het begin van het kadaster stond er al een woning op deze plaats. Die behoorde toe aan de hoefsmid Paul Sleegers. Na een aantal eigenaarwisselingen komt deze woning in juli 1865 in handen van Hendrikus Kwinten (geb. 8-3-1819 te Westerhoven, overl. 24-1-1912 te Eersel), een arbeider uit Eersel. Hij was getrouwd met Wilhelmina Slegers (geb. 19-3-1834 te Eersel, overl. 7-8-1870 te Eersel). In 1903 draagt Hendrikus het huis over aan zijn zoon Peter Johannes Kwinten (geb. 15-5-1867 te Eersel, overl. 11-2-1935 te Eersel), timmerman. Hij trouwde met Catharina van de Weegh (geb. 24-12-1865 te Eersel, overl. 13-4-1936 te Eersel). Deze Peter Kwinten is overigens de jongere broer van Martinus Kwinten, die van 1900 tot 1928 hoofd van de openbare school in Eersel was en op Dijk 14 woonde. Peter bouwt in 1914 een werkplaats bij de woning, maar het huis met werkplaats zoals die nu op Dijk 26-26b staat, wordt pas gebouwd in 1926. Oorspronkelijk lag de woning namelijk zo goed als tegen de weg aan, maar in 1926 wordt hij een stuk verder van de weg af herbouwd. Na het overlijden van beide ouders komt de woning met werkplaats in 1936 in handen van de zoon Henricus Hubertus Kwinten (geb. 11-5-1907 te Eersel, overl. 12-8-1999), ook timmerman – aannemer van beroep. Hij is nog maar 28 jaar als hij beide ouders kort na elkaar verliest. Een jaar later trouwt hij met Cornelia Francisca Josephina Heeren (geb. 12-3-1911 te Eersel, overl. 3-6-1996 te Eersel). Ze hebben een groot perceel en bouwen er nog twee huizen bij, vroeger Dijk 20-22, nu Dijk 20-20c. In 1964 bouwen ze ook dertien garages achter de woningen. In 1984 komt het perceel met alle gebouwen op naam van de drie kinderen te staan, Johannes, Catharina en Cornelia.[2]

Waarschijnlijk is het aan het eind van de negentiger jaren gekocht door Lunet zorg, die het in eerste instantie gebruikt als woning voor mensen met een verstandelijke handicap. In 2010 wordt het pand grondig gerenoveerd en intern verbouwd tot een gemeenschappelijke ruimte en twee grondgebonden woningen van Stichting Samen Toch Apart (S.T.AP.). Deze stichting is een initiatief van een aantal ouders / verzorgers van (jong) volwassenen met autisme, met als doel om een kleinschalige woonlocatie tot stand te brengen.[3]


Waardering

Het object heeft architectuurhistorische waarde

  • als goed en vrijwel gaaf voorbeeld in exterieur (met uitzondering van het achterhuis) van een eenvoudige dorpswoning met flankerende werkplaats uit ca. 1921, die gekenmerkt wordt door een traditionele vormgeving en spaarzame metselwerkaccenten;
  • vanwege enkele karakteristieke elementen in het interieur, dat overigens is gemoder­ni­seerd.

Het object heeft stedenbouwkundige waarde

  • als onderdeel van de historisch gegroeide dorpskern, waarin het vanwege zijn ligging een fase markeert in de uitbreiding van de bebouwde kom van Eersel, en waarin het pand bovendien van belang is voor het aanzien ervan vanwege de verschijningsvorm.

Het object heeft cultuurhistorische waarde

  • vanwege de voor de bouwtijd karakteristieke maar thans zeldzaam geworden aan huis gebonden nijverheid, zoals die duidelijk herkenbaar tot uitdrukking komt in de ver­schij­ningsvorm van het pand: woonhuis met aangebouwde voormalige timmermanswerkplaats.[4]

Afbeeldingen

Dijk 26-26b in 1981. Foto Wies van Leeuwen, collectie BHIC, nr. PNB001016146.

Dijk 26-26b in 1981. Foto Wies van Leeuwen, collectie BHIC, nr. PNB001016146.

Foto Winfried Thijssen (2003-06).

Foto Winfried Thijssen (2003-06).


Voetnoten

[1]    Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving oktober 1996.

[2]    Uit gegevens van het kadaster, gemeente Eersel, sectie F, 1832-1980, aangevuld met gegevens uit de burgerlijke stand van de gemeente Eersel, RHCE.

[3]    Website www.samentochapart.nl, geraadpleegd september 2023.

[4]    Waardering uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving oktober 1996.